De angst om knock-out geslagen te worden is groot. Je hebt geen idee wat er kan gebeuren, wat je op dat moment voelt. Een raadsel die je niet mee wilt maken. Stel je voor dat je pijn hebt, dat je die pijn niet kunt vertellen. Wat gaat er allemaal door je heen op het moment dat het gebeurt? Het is een schrikbeeld waar je tijdens het vechten liever niet aan denkt

En toch stond ik daar in een sparpartij. De bokser tegenover me was vers. Hij had nog adem over, die van mij was al eeuwen op. Ik hield mijn handen hoog, de leverstoot van daarvoor deed nog pijn. Hij sloeg, ik dekte. Ik haalde uit, hij ontweek. Mijn gedachten waren met honderd schrikbeelden tegelijk bezig.

Het bedenken van schrikbeelden is de mens eigen. Zodra we in een situatie komen die we nog niet kennen gaan we allerlei vreemde uitkomsten bedenken. Noem het de doemscenario’s, de ja-maar wat nou als. De situatie is dan nog bezig en in plaats van het bezig zijn met het moment zelf, proberen we eigenlijk een toekomst te voorspellen die er nog niet is.

Ik zie het mezelf vaak genoeg doen. Één moment en ik ben al bezig met het bedenken van de toekomst. Wat nou als het weer omslaat. Ja maar wat nou als mijn baas zegt dat hij het daar niet mee eens is. Kan dat wel, want straks dan bestaat dat niet meer.

De laatste jaren maak ik me veel minder druk om wat de uitkomst zou kunnen worden. Ik moet me namelijk concentreren op het nu. Betekent dit dat ik me niet voorstel wat de uitkomst moet zijn? Nee, integendeel, ik heb een heel helder beeld van mijn gewenste uitkomst. Dat is iets anders dan “ja-maar, wat nou als” denken. Door mijn focus te verleggen naar het nu, kan ik alles veel beter leiden naar mijn gewenste uitkomst, mijn bestemming.

Hij stond daar met zijn handen hoog. Ik was bezig. Bezig in mijn hoofd met het fluitsignaal wat maar niet kwam. Ik weet zeker dat ik een gebroken neus zal oplopen als ik mijn handen niet hoog houdt. Of een paar tanden door mijn lip, want mijn bitje zit niet lekker. Mijn mond is droog. Kom op nog even.

Hij haalt adem, ik sta klaar en geef een rechtse direct richting zijn kin.

De volgende ochtend belt hij me: Sorry man. Gaat het? Het was echt niet zo bedoeld. Ik sloeg niet eens zo hard.

Ik had een opstoot gekregen op het moment van mijn rechtse directe met een knock-out als gevolg. De knock-out was geweldig. Van horen zeggen was de timing perfect. Wat ik voelde was: niets. Geen pijn, geen angst, geen moment dat ik dacht o jee.

Sindsdien ben ik niet meer bang voor een knock-out

 

Categories:

One response

Geef een reactie